zegt…
Teraz Bijwoord szedłem powoli Bijwoord , umyślnie Bijwoord zwolniwszy kroku Zelfstandig naamwoord , by Ondergeschikte conjunctie się Voornaamwoord wewnętrznie Bijwoord opanować Werkwoord .
Bijwoord
Bijwoord
Bijwoord
Zelfstandig naamwoord
Ondergeschikte conjunctie
Voornaamwoord
Bijwoord
Werkwoord
Nu liep ik langzaam, opzettelijk vertraagd om mezelf intern te beheersen. Nu liep ik langzaam , opzettelijk vertraagd om mezelf intern te beheersen .
Woorden en zinnen
teraz
-
now (at the present time)
szedłem
first-person singular past indicative masculine of iść
powoli
slowly
kroku
genitive/locative/vocative singular of krok
by
-
forms the conditional mood; would, would've
się
-
- reflexive pronoun; oneself, self
- each other, one another
- one's own home
wewnętrznie
internally
opanować
- to rule over, to reign over, to capture, to seize
- to master (learn to a high degree)
- to control, to contain, to keep in check
- to control oneself, to keep oneself in check, to cool one's jets