zegt…
" Pragnę Werkwoord jak Bijwoord najspokojniej Bijwoord opisać Werkwoord to Voornaamwoord , co Voornaamwoord zaszło Werkwoord dzisiejszej Bijvoeglijk naamwoord nocy Zelfstandig naamwoord ."
Werkwoord
Bijwoord
Bijwoord
Werkwoord
Voornaamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
"Ik zou graag willen beschrijven wat er vanavond mogelijk is gebeurd." " Ik zou graag willen beschrijven wat er vanavond mogelijk is gebeurd ."
Woorden en zinnen
pragnę
first-person singular present of pragnąć
jak
-
how
najspokojniej
superlative degree of spokojnie
opisać
- to describe (represent in words)
- to circumscribe
to
-
- used to attribute to the known object a characteristic that helps one know more about the topic; may optionally be followed by jest
- used to juxtapose elements that are equivalent
- used to indicate that the subject of the conversation has peculiarities which are familiar to the interlocutors, so that nothing else needs to be said about it in order to understand the topic
- in that case, then (used in if-constructions)
co
-
- interrogative pronoun; what
- pronoun for introducing a subordinate clause that narrows the scope of the main clause; which, that; what; who
- pronoun that attaches a relative clause to the main clause; which, that; what; who
- (colloquial) relative pronoun
- (colloquial) why
dzisiejszej
feminine genitive/dative/locative singular of dzisiejszy
nocy
- inflection of noc:
- inflection of noc:
