zegt…
Collecties
🌎
Nieuw
The world
Woorden en zinnen
Nieuw
ze
- Unstressed form of zij (feminine singular subject)
- Unstressed form of zij (plural subject)
- Unstressed form of haar (feminine singular object)
- Unstressed form of hen, hun (plural object)
Nieuw
bezitten
to own, to possess
Nieuw
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.
Nieuw
groot
- big, large, great
- great, important, eminent, heroic
- tall
- adult
Nieuw
landgoed
- estate, manor
- property
🆙
Nieuw
op
-
- up
- onto, up onto
- Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.
Nieuw
het
-
the (the neuter definite article)
Nieuw
platteland
country, countryside