zegt…
Tevens Bijwoord moeten Extra we Voornaamwoord het Voornaamwoord op 🆙 Adpositie korte Bijvoeglijk naamwoord termijn Zelfstandig naamwoord eens Bijwoord worden Werkwoord over Adpositie een Bepaler vrijhandelsovereenkomst.
Bijwoord
Extra
Voornaamwoord
Voornaamwoord
🆙
Adpositie
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijwoord
Werkwoord
Adpositie
Bepaler
We also need to agree on a free trade agreement in the short term. We also need to agree on a free trade agreement in the short term.
Woorden en zinnen
moeten
- to be necessary, to be required
- to have to, must
- should, be meant to, be supposed to
- to have to go, to need to go, must go
- (informal) to need to go to the toilet
het
-
the (the neuter definite article)
🆙
op
-
- up
- onto, up onto
- Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.
korte
-
- inflection of kort:
- inflection of kort:
- inflection of kort:
eens
-
- once, one time
- sometime, at an unspecified time
- even
worden
- to become, to get, to grow, to turn
- Used to form the imperfect tense of the passive voice, together with a past participle.
over
-
- over, above
- over (implying motion)
- remaining, left over
- passing by, going away
- Denotes an imitative action, again, once again
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.