zegt…
Ik Voornaamwoord denk Werkwoord dat Ondergeschikte conjunctie we Voornaamwoord kort Bijvoeglijk naamwoord moeten Extra recapituleren hoe Bijwoord we Voornaamwoord tot Adpositie dit Bepaler punt Zelfstandig naamwoord zijn Extra gekomen Werkwoord .
Voornaamwoord
Werkwoord
Ondergeschikte conjunctie
Voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Extra
Bijwoord
Voornaamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Extra
Werkwoord
I think we should remember briefly how we come to be here. I think we should remember briefly how we come to be here.
Woorden en zinnen
ik
I (first-person singular personal pronoun)
denk
- inflection of denken:
- inflection of denken:
dat
-
that (neuter); referring to a thing or a person further away.
kort
-
short
moeten
- to be necessary, to be required
- to have to, must
- should, be meant to, be supposed to
- to have to go, to need to go, must go
- (informal) to need to go to the toilet
hoe
-
how
dit
-
this (neuter); referring to a thing or a person closer by.
gekomen
past participle of komen