zegt…
Il 👨 Voornaamwoord manqua Werkwoord alors Bijwoord la Bepaler majorité Zelfstandig naamwoord de la saison Zelfstandig naamwoord à la suite de cette Bepaler blessure Zelfstandig naamwoord .
👨
Voornaamwoord
Werkwoord
Bijwoord
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Hij ontbrak toen het grootste deel van het seizoen na deze blessure. Hij ontbrak toen het grootste deel van het seizoen na deze blessure .
Woorden en zinnen
👨
il
- he (third-person singular masculine subject pronoun for human subject)
- it (third-person singular subject pronoun for grammatically masculine objects)
- Impersonal subject; it
manqua
third-person singular past historic of manquer
alors
-
- then (at that time)
- so, hence (as a consequence)
la
-
the (definite article)
majorité
- majority (more than half)
- adulthood (legal)
de la
- of the
- some; the feminine partitive article
cette
feminine singular of ce
blessure
- wound
- injury