tellen
Betekenis
-
- (transitive) to count, to enumerate
- (transitive) to determine the number of
- (intransitive) to matter, to be of significance
Frequentie
Met koppelteken als
tel‧len
Uitgesproken als (IPA)
/ˈtɛlə(n)/
Etymologie
From Middle Dutch tellen, from Old Dutch tellen, from Proto-West Germanic *talljan, from Proto-Germanic *taljaną. Equivalent to tal (“number”) + -en (“denominative”) or taal (“language”) + -en (“denominative”) and shows the effect of historical umlaut.
🔢
Nieuw
tel
-
- (masculine) count
- (masculine) second
- (masculine) a short moment
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " tellen " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes