werken
Betekenis (Engels)
-
- (intransitive) to work, labour
- (intransitive) to function, work, be in working order
- (intransitive) to warp, settle
- (transitive) to contact
Synoniemen
effect sorteren
uitwerking hebben
in zijn werk gaan
verdagen
bezig zijn
zich inspannen
invloed hebben
onder de firmanaam
labeuren
effect hebben
fermenteren
te werk gaan
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈʋɛrkə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch werken, from Old Dutch wirken, from Proto-West Germanic *wirkijan, from Proto-Germanic *wirkijaną (“to work, make”), from Proto-Indo-European *werǵ- (“to work, act”).
Nieuw
werk
-
- (neuter) a task, job, chore
- (neuter) a profession, job, employment, line of work
- (neuter) a workplace
- (neuter) a product, creation; production, output, result of work
- (dialectal,neuter) tow, oakum
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " werken " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Er is een overeenkomst bereikt om te werken aan 🔛 indicatieve richtsnoeren.
🔛
An agreement has been reached to work on indicative guidelines.
Questions