ontmoeten

Betekenis (Engels)

1. to meet
2. to encounter, come across

Concepten

ontmoeten

tegenkomen

treffen

aantreffen

tegemoet treden

vinden

aanboren

leren kennen

uitkomen

letterlijk

bevinden

constateren

denken

vaststellen

verkeren

voorkomen

zich bevinden

zich ophouden

Uitgesproken als (IPA)

/ˌɔntˈmu.tə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch ontmoeten, untmuten, entmuten, from ont- + moeten. The latter verb is from Old Dutch *muoten, from Proto-West Germanic *mōtijan, from Proto-Germanic *mōtijaną (“to meet”) and is unrelated to modern Dutch moeten (“to have to, must”).
The unprefixed form is cognate to Low German möten, West Frisian moetsje, English meet, Danish møde.

Zinnen

Het is een eer u te ontmoeten .

It's an honor to meet you again.

Wij willen elkaar in het licht ontmoeten .

We wish to meet each other in full view and not as shadowy figures.

Ze willen je ontmoeten om de zaken te bespreken .

They want to meet you to discuss things.