kasteel

馃彴
Betekenis (Engels)

  1. (neuter) castle, either palatial or fortified
  2. (broadly,neuter) any large, opulent building, in particular a residence
  3. (dated,neuter) rook
  4. (historical,neuter) a raised fortification on late mediaeval ships

Concepten

kasteel

burcht

slot

fort

sloot

plecht

toren

dorp

plaats

paleis

Frequentie

B2
Met koppelteken als
kas鈥eel
Geslacht
Onzijdig
Uitgesproken als (IPA)
/k蓱藞ste藧l/
Etymologie (Engels)

From Middle Dutch cast膿el, from Old Northern French castel, from Latin castellum. Doublet of Kessel, chateau, Castili毛, castellum, ketella, and telo.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " kasteel " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions