belemmeren

Betekenis (Engels)

to obstruct, to hinder, to hamper

Synoniemen

hinderen

storen

verstoren

afdammen

afsluiten

stuwen

verhinderen

versperren

weerstreven

tegenwerken

beletten

dwarsbomen

doorkruisen

storing veroorzaken

defect maken

stremmen

in disorde brengen

in verwarring brengen

rommelen

impediëren

barricaderen

doorhalen

doorstrepen

een streep halen door

ophouden

schrappen

ten val brengen

tegenhouden

🛑

in de weg staan

belleten

Met koppelteken als

be‧lem‧me‧ren

Uitgesproken als (IPA)

/bəˈlɛmərə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch belemmeren. Equivalent to belemmen + -eren. Compare German belämmert.

Zinnen

Zij belemmeren ons werk in het kader van het klimaatbeleid .

They are obstructing our work on climate change.