unificare

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to unify
2. (transitive) to standardize

Concepten

verenigen

samenvoegen

eenmaken

mengen

mixen

overgaan

samengaan

samenvloeien

temperen

verbinden

vermengen

zich verenigen

dooreenmengen

uniformeren

husselen

linken

aaneenvoegen

fusioneren

aansluiten

bijeenbrengen

link

Tegenovergesteld aan

dividere, separare, differenziare, diversificare

Synoniemen

unire

standardizzare

combinare

riunire

unirsi

fondere

mischiare

amalgamare

parificare

accoppiare

👫

unificarsi

aggiungere

congiungere

eguagliare

fondersi

livellare

Vertalingen

unify

unificar

unite

unifier

unificar

unificar

merge

fusionner

vereinigen

unir

vereinen

vereinheitlichen

join

unir

reunir

Met koppelteken als

u‧ni‧fi‧cà‧re

Uitgesproken als (IPA)

/u.ni.fiˈka.re/

Etymologie (Engels)

From Late Latin ūnificāre. Cognate with Piedmontese unifiché/ünifiché.