programma

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) programme/program, schedule, agenda
2. (masculine) plan
3. (masculine) programme/program, show
4. (masculine) software, application, program, routine
5. (masculine) syllabus, schedule, curriculum
6. (masculine) platform, manifesto, program
7. (masculine) playbill, programme/program
8. (masculine) washing machine cycle

Verb

1. (form-of, indicative, present, singular, third-person) inflection of programmare:
2. (form-of, imperative, second-person, singular) inflection of programmare:

Concepten

programma

plan

schema

functie

gracht

krijgskunde

ontwerp

opzet

overdracht

procedure

programmatuur

programmeren

software

tactiek

transmissie

uitzending

wijk

computerprogramma

overbrenging

zakagenda

leerplan

applikatie

subprogramma

onderprogramma

subroutine

sub-routine

sub-programma

concept

gevechtsleer

curriculum

dagorde

Synoniemen

piano

progetto

schema

piattaforma

agenda

software

stratagemma

tattica

programma politico

curriculum

ideazione

orario

⌚

ordine del giorno

sottoprogramma

trasmissione

Piano

programma di computer

ciclo

disegno

locandina

manifesto

Vertalingen

programa

program

programme

Programm

programa

πρόγραμμα

programa

programme

program

émission

schedule

plan

plan

software

Met koppelteken als

pro‧gràm‧ma

Uitgesproken als (IPA)

/proˈɡram.ma/

Etymologie (Engels)

From Late Latin programma, from Ancient Greek πρόγραμμα (prógramma).

Zinnen

Il programma include un editor di livelli .

The program includes a level editor.

Questa gara ha segnato il debutto della specialità nel programma olimpico .

This race marked the debut of the specialty in the Olympic program.