période

Betekenis (Engels)

1. period; as in interval of time
2. era

Concepten

periode

tijdperk

tijdvak

🅰️

era

tijdrekening

tijd

⌚

seizoen

jaargetijde

moment

dag

tijdvak

maal

proeftijd

tijdsgewricht

tijdstip

bronstijd

tijdsverloop

latentietijd

tijdsinterval

Synoniemen

temps

⌚

époque

ère

saison

point

âge

moment

durée

stade

mois

phase

cycle

point final

poste

🏣

heure

génération

délai

siècles

étape

menstruation

période d’inactivité apparente

point barre

catamenia

tempsdomain:litt

demi-vie

fois

⌚

mandat

menstrues

règles

semestre

terme

transition

trimestre

ultimatum

un point c’est tout

affaires

époques

intervalle de temps

laps de temps

ménorrhée

Point

temps-

phase de latence

Uitgesproken als (IPA)

/pe.ʁjɔd/

Etymologie (Engels)

From Old French periode, from Latin periodus.

Zinnen

La période gallo-romaine est également très active .

De Gallo-Romeinse periode is ook zeer actief.

La période napoléonienne ne fut pas particulièrement significative pour le pays .

De Napoleontische periode was niet bijzonder belangrijk voor het land.

Pendant cette période , il séjourne fréquemment en Europe .

Tijdens deze periode bleef hij vaak in Europa.

Pendant la période Sengoku, le clan essaya comme tous les autres d'unifier le pays .

Tijdens de Sengoku -periode probeerde de clan als iedereen om het land te verenigen.

C'est par exemple le cas pour la période orbitale d'un système binaire .

Dit is bijvoorbeeld het geval voor de orbitale periode van een binair systeem.