escapar
Betekenis (Engels)
- (intransitive,transitive) to escape, get out
- (intransitive,reflexive) to run away, get away, slip away, flee
- (reflexive) to sneak out, run off
Concepten
wegvluchten
ontsnappen aan
er vandoor gaan
er tussenuit muizen
er tussenuit knijpen
Synoniemen
ir muy rápido
fugar
huír
hacerse montaraz
salvarse de un peligro
salvarse huyendo
volverse acabado
salir corriendo
piantar
Frequentie
Met koppelteken als
es‧ca‧par
Uitgesproken als (IPA)
/eskaˈpaɾ/
Etymologie (Engels)
Inherited from Old Spanish escapar, from Vulgar Latin *excappāre, a verb based on Late Latin cappa (“cloak”).
Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " escapar " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .
Ga naar onze Spaans cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions