trait
Betekenis (Engels)
- An identifying characteristic, habit or trend.
- An uninstantiable collection of methods that provides functionality to a class by using the class’s own interface.
Concepten
Synoniemen
pecularity
distinguishing quality
characteristic feature
distinguishing mark
Vertalingen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/tɹeɪt/
Etymologie (Engels)
Borrowed from Middle French trait (“line, feature”), from Latin tractus (“drawing, pulling”), from Latin trahō. Doublet of tract.
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " trait " en vele andere woorden en zinnen in Engels .