part

Betekenis (Engels)

Concepten

deel

stuk

onderdeel

gedeelte

rol

bestanddeel

Part

component

part

aandeel

ingrediënt

scheiden

verdelen

orgaan

afscheiden

partij

schiften

opdracht

taak

deelneming

tantième

afbreken

indelen

plicht

stem

streek

Deelen

lid

baanvak

brok

brokstuk

fragment

katern

kwantum

quantum

quant

uit elkaar gaan

uiteengaan

bestemming

toewijzing

plantendeel

rantsoen

allocatie

allokatie

toekenning van land

fractie

segment

categorie

classificatie

familie

klasse

opgave

verplichting

ambtsbezigheid

delen

splitsen

afzonderen

Frequentie

A1
Uitgesproken als (IPA)
/pɑːt/
Etymologie (Engels)

The noun is from Middle English part, from Old English part (“part”) and Old French part (“part”); both from Latin partem, accusative of pars (“piece, portion, share, side, party, faction, role, character, lot, fate, task, lesson, part, member”), from Proto-Indo-European *par-, *per- (“to sell, exchange”). The verb is from Middle English parten, from Old French partir. Akin to portio (“a portion, part”), parare (“to make ready, prepare”). Displaced Middle English del, dele (“part”) (from Old English dǣl (“part, distribution”) > Modern English deal (“portion; amount”)), Middle English dale, dole (“part, portion”) (from Old English dāl (“portion”) > Modern English dole), Middle English sliver (“part, portion”) (from Middle English sliven (“to cut, cleave”), from Old English (tō)slīfan (“to split”)).

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " part " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions