Betekenis (Engels)
Concepten
Synoniemen
Vertalingen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈmitəɹ/
Etymologie (Engels)
In summary
From Middle English metere (“one who measures, measurer”), perhaps (with change in suffix) from Old English metend (“one who measures or metes”), equivalent to mete (“to measure”) + -er. The transference from "person who measures" to "device that measures" was probably assisted by association with -meter, as in barometer, etc. Cognate with Scots mettar, metter (“meter, measurer”), Saterland Frisian Meter, Meeter (“measurer, measuring device, gauge”), West Frisian mjitter (“measurer”), Dutch meter (“measurer, gauge”), German Low German Meter (“measuring device, gauge”), German Messer (“measurer, measuring device, gauge”), Swedish mätare (“measurer”).
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " meter " en vele andere woorden en zinnen in Engels .