owned
Betekenis
-
simple past and past participle of own
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/əʊnd/
Nieuw
own
-
- Belonging to; possessed; acquired; proper to; property of; titled to; held in one's name; under/using the name of. Often marks a possessive determiner as reflexive, referring back to the subject of the clause or sentence.
- Not shared.
- (obsolete) Peculiar, domestic.
- (obsolete) Not foreign.
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " owned " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
