event
Betekenis (Engels)
-
- An occurrence; something that happens.
- A prearranged social activity (function, etc.)
- One of several contests that combine to make up a competition.
- An end result; an outcome (now chiefly in phrases).
- A remarkable person.
- A point in spacetime having three spatial coordinates and one temporal coordinate.
- A possible action that the user can perform that is monitored by an application or the operating system (event listener). When an event occurs an event handler is called which performs a specific task.
- A set of some of the possible outcomes; a subset of the sample space.
- (obsolete) An affair in hand; business; enterprise.
- An episode of severe health conditions.
Concepten
gebeurtenis
evenement
voorval
incident
gelegenheid
gebeuren
geval
gebeurde
belangrijke gebeurtenis
aangelegenheid
belevenis
voorgevallene
afloop
gevolg
EVE
bereid
casus
episode
feit
verschijnsel
zeldzaam verschijnsel
wedervaren
Kontingenz
contingentie
eventualiteit
instantie
voorbeeld
competitiewedstrijd
concours
match
toernooi
wedstrijd
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ɪˈvɛnt/
Etymologie (Engels)
From Middle French event, from Latin ēventus (“an event, occurrence”), from ēveniō (“to happen, to fall out, to come out”), from ē (“out of, from”), short form of ex + veniō (“come”); related to venture, advent, convent, invent, convene, evene, etc.
Markeer dit
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " event " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Questions