demand

Betekenis (Engels)

Noun

1. The desire to purchase goods and services.
2. The amount of a good or service that consumers are willing to buy at a particular price.
3. A forceful claim for something.
4. A requirement.
5. An urgent request.
6. An order.
7. More precisely peak demand or peak load, a measure of the maximum power load of a utility's customer over a short period of time; the power load integrated over a specified time interval.

Verb

1. To request forcefully.
2. To claim a right to something.
3. To ask forcefully for information.
4. To require of someone.
5. To issue a summons to court.

Concepten

vraag

eisen

vragen

eis

opeisen

vereisen

verzoeken

rekenen

verlangen

verzoek

vergen

vorderen

aanvraag

aftrek

aanvragen

bestellen

inroepen

voorschrijven

vordering

opdracht

afmatting

apathie

bedroefdheid

consternatie

dofheid

droefgeestigheid

loomheid

lusteloosheid

matheid

melancholie

mistroostigheid

moedeloosheid

moeheid

ontsteltenis

slapheid

slapte

somberheid

stilstand

traagheid

vadsigheid

verbijstering

vermoeidheid

vermoeienis

verslagenheid

weemoed

wezenloosheid

zwaarmoedigheid

afzet

afname

omzet

vereist

nood

claimen

gebrek

requisitoir

bezwaarschrift

plicht

bestelling

petitie

petitionnement

verzoekschrift

aanvrage

aanspraak maken op

Met koppelteken als

de‧mand

Uitgesproken als (IPA)

/dɪˈmɑːnd/

Etymologie (Engels)

From late Middle English demaunden, from Old French demander, from Latin dēmandō, dēmandāre.