fair
Betekenis
fair (just, honest, equitable, adequate)
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/fɛːr/
Etymologie
Borrowed from English fair, from Old English fæġer, from Proto-West Germanic *fagr, from Proto-Germanic *fagraz, whence also Middle High German vager (“splendid, wonderful”).
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Duits met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " fair " en vele andere woorden en zinnen in Duits .
Ga naar onze Duits cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
