Herbst

Betekenis (Engels)

Noun

autumn, fall

Name

a surname from Middle High German

Concepten

herfst

najaar

jaargetijde

herfst-

seizoen

najaars-

herfstdag

Synoniemen

Erntezeit

herbstlich

Jahreszeit

Lenz

Saison

Sommer

🏖️

Spätjahr [sudgermane]

Spätlese

Herbsttag

Spätjahr

Herbſt

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/hɛʁpst/

Etymologie (Engels)

From Middle High German herbest, from Old High German herbist, from Proto-West Germanic *harbist. Compare Dutch herfst, Low German Harvst, West Frisian hjerst, English harvest.

Zinnen

Im Herbst verlieren die Bäume ihre Blätter .

De bomen verliezen hun bladeren in de herfst.

Der Herbst beschert uns jedes Jahr eine bunte Blätterpracht.

De herfst geeft ons elk jaar een kleurrijke blad pracht.