Bank

Betekenis (Engels)

1. (feminine) bench (which people sit on); pew
2. (feminine) workbench (which things can be set down on)
3. (feminine) bank (collection of material in a body of water)
4. (feminine) substitutes' bench

Concepten

bank

bok

ezel

rek

schraag

stander

stellage

werkbank

zitbank

school

bankje

bankgebouw

toonbank

-bank

zandbank

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/baŋk/

Etymologie (Engels)

From Middle High German and Old High German banc, bank (“height”), from Proto-West Germanic *banki, from Proto-Germanic *bankiz. Related to Old Saxon bank.

Zinnen

Kurz , nachdem die Räuber die Bank verlassen haben , wurde die Polizei verständigt .

Kortom, nadat de overvallers de bank hadden verlaten, werd de politie geïnformeerd.

Kurz nachdem die Räuber die Bank verlassen hatten , wurde die Polizei verständigt .

Kort nadat de overvallers de bank hadden verlaten, werd de politie geïnformeerd.

So könnte der Präsident der Bank beispielsweise an unseren Sitzungen teilnehmen .

De president van de bank zou bijvoorbeeld kunnen deelnemen aan onze vergaderingen.

Die finanziellen Mittel wurden von der Trust Bank Gambia Limited gespendet .

De financiële middelen werden geschonken door Trust Bank Gambia Limited.