zegt…
Wij Voornaamwoord hebben Werkwoord behoefte Zelfstandig naamwoord aan 🔛 Adpositie een Bepaler beleid Zelfstandig naamwoord dat Voornaamwoord gericht Werkwoord is Extra op 🆙 Adpositie de Bepaler verwijdering Zelfstandig naamwoord van Adpositie risico's Zelfstandig naamwoord .
Voornaamwoord
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
🔛
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
Extra
🆙
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Adpositie
Zelfstandig naamwoord
We can no longer put up with the existence of such huge risks. We can no longer put up with the existence of such huge risks.
Woorden en zinnen
hebben
- to have, to possess, own, hold
- to be afflicted with a disease
- Used to form the perfect tense of the active voice of most verbs, together with a past participle.
- must, to be obliged to, to be to
behoefte
- a need
- defecation
🔛
aan
-
- on (positioned at the outer surface of; attached to)
- at, on (near; adjacent to; alongside; just off)
- to, indicates the target or recipient of an action
- from, of, because of, as a result of
- about (concerning)
- up to, indicates responsibility
- at (having reached)
- using, abusing, currently occupied with
- at, for, denotes a price
- (obsolete) in, into, followed by an inflected numeral to indicate that something has been split into so many pieces
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.
beleid
- policy
- care, circumspection
- (obsolete) method, manner, approach
dat
-
that (neuter); referring to a thing or a person further away.
gericht
past participle of richten
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)