zegt…
Ellen Eigennaam gaat Werkwoord iedere Bepaler ochtend Zelfstandig naamwoord brood 🍞 Zelfstandig naamwoord bij Adpositie de Bepaler bakker Zelfstandig naamwoord en Coördinerende conjunctie vlees 🥩 Zelfstandig naamwoord bij Adpositie de Bepaler slager Zelfstandig naamwoord halen Werkwoord .
Eigennaam
Werkwoord
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
🍞
Zelfstandig naamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Coördinerende conjunctie
🥩
Zelfstandig naamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Ellen goes to the bakery every morning to get bread and meat from the butcher. Ellen goes to the bakery every morning to get bread and meat from the butcher.
Woorden en zinnen
Nieuw
gaat
- inflection of gaan:
- inflection of gaan:
🍞
Nieuw
brood
- Bread.
- A loaf of bread.
- A similar bakery product or other baked dish.
- Someone's livelihood.
Nieuw
bakker
baker (person who bakes and sells bread, etc)
Nieuw
en
-
- and
- well, so
- plus, and
Nieuw
bij
-
- at, with
- by, close to
- to, towards
- (obsolete) by, through, by means of, through the action or presence of
Nieuw
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
Nieuw
ellen
plural of el
Nieuw
iedere
- inflection of ieder:
- inflection of ieder:
- inflection of ieder:
Nederlands 