zegt…
Der Bepaler Wärter Zelfstandig naamwoord nuschelte Werkwoord irgendwas Voornaamwoord in Adpositie seinen Bepaler Bart Zelfstandig naamwoord , gewährte Werkwoord den Bepaler Touristen Zelfstandig naamwoord dann Bijwoord aber Bijwoord Zutritt Zelfstandig naamwoord .
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Voornaamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Bijwoord
Bijwoord
Zelfstandig naamwoord
De bewaker mompelde iets in zijn baard, maar gaf toen de toeristen toegang. De bewaker mompelde iets in zijn baard , maar gaf toen de toeristen toegang .
Collecties
🧭
Navigating
Woorden en zinnen
Wärter
- attendant
- (obsolete) maintainer
Bart
- beard
- bit (the part of a key which interacts with the lock)
gewährte
- inflection of gewähren:
- inflection of gewähren:
den
-
- inflection of der (“the”):
- inflection of der (“the”):
Touristen
plural of Tourist
dann
- then, after that
- then, in that case
aber
-
but; however; though
Zutritt
- access, admittance
- entrance, entry