Etymology in Nederlands
Show related words and nodes.
Nederlands
zijn
Verwant aan Latijn
suus
Nederlands
paar
Geleend van Latijn
par
Nederlands
probleem
Geleend van Latijn
problēma
Nederlands
familie
Geleend van Latijn
familia
Nederlands
Neer
Verwant aan Latijn
Nereus
Nederlands
punt
Geleend van Latijn
punctum
Nederlands
Jezus
Geleend van Latijn
Iēsus
Nederlands
verliezen
Verwant aan Latijn
solvō
Nederlands
via
Geleend van Latijn
viā
Nederlands
absoluut
Geleend van Latijn
absolūtus
Nederlands
Viel
Verwant aan Latijn
villa
Nederlands
oog
Verwant aan Latijn
aqua
Nederlands
extra
Geleend van Latijn
extra
Nederlands
collega
Geleend van Latijn
collēga
Nederlands
basis
Geleend van Latijn
basis
Nederlands
gratis
Geleend van Latijn
grātīs
Nederlands
programma
Geleend van Latijn
programma
Nederlands
Maria
Geleend van Latijn
Maria
Nederlands
minister
Geleend van Latijn
minister
Nederlands
reactie
Geleend van Latijn
reāctiō
Nederlands
virus
Geleend van Latijn
vīrus
Nederlands
plus
Geleend van Latijn
plūs
Nederlands
Julia
Geleend van Latijn
Iūlia
Nederlands
centrum
Geleend van Latijn
centrum
learnfeliz
/
Vlaams
Aanmelden