verlopen

Reikšmė (Anglų k.)

1. (intransitive) to proceed, to go by
2. (intransitive) to expire, to become invalid
3. (intransitive) to fade
4. (intransitive) to go fast/slow, to go out of pace

verlopen

1. (intransitive) to proceed, to go by
2. (intransitive) to expire, to become invalid
3. (intransitive) to fade
4. (intransitive) to go fast/slow, to go out of pace

Skaityti daugiau

Sinonimai

verstrijken

gaan

van stapel lopen

zich begeven

lopen

karren

rijden

aflopen

varen

uitraken

ophouden

uitgaan

eindigen

🔚

uitlopen

teruglopen

toegeven

wegzwemmen

achteruitgaan

achteruitlopen

afmaken

afsluiten

afstaan

beëindigen

🔚

besluiten

gesteld zijn

het maken

sterven

💀

terrein verliezen

terugdeinzen

teruggaan

uitmaken

uitstellen

verdagen

verdwijnen

vergaan

verschuiven

voleindigen

wegdrijven

wijken

wegvaren

aanhouden

bejagen

decadent

verscheiden

treden

tippelen

🚶

stappen

ten einde lopen

schrijden

uitscheiden

Vertimai

gehen

aller

expire

finir

endigen

reculer

fahren

go

enden

🔚

pass

andar

🚶

vergehen

passieren

vorübergehen

caminhar

🚶

Tariamas kaip (IPA)

/vərˈloː.pə(n)/

Etimologija (Anglų k.)

Paveldėta iš Vidurio Vokietijos: verlôpen

In summary

From Middle Dutch verlôpen. Equivalent to ver- + lopen.

Sakiniai

Ik geef toe dat wellicht niet alles even optimaal is verlopen .

Pripažįstu, kad ne viskas galėjo būti optimaliai.