terug

Reikšmė

1. backwards, back (in the opposite direction)
2. back, to a previous place or condition
3. back, in return
4. (Belgium) again, back again

Tariama kaip (IPA)

/t(ə)rʏx/

Etimologija

Univerbation of te (“to”) + rug (“back”); compare German zurück.

Sakiniai

Daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis .

Tam turime grįžti į istoriją.

Maar daarover vinden we niets terug in dit verslag .

Bet šioje ataskaitoje nieko nerandame.

Eindelijk terug naar de beschaving .

Pagaliau grįžkime prie civilizacijos.

Nog twee dagen in Europa en dan steken we terug de Atlantische Oceaan over .

Dar dvi dienos Europoje ir tada mes peržengiame Atlanto vandenyną.

Ze adviseerde hem om meteen terug te komen .

Ji patarė jam iškart sugrįžti.

Hij was voorwaardelijk vrij maar nadat hij zich misdragen had moest hij terug naar de gevangenis .

Jis buvo sąlygiškai laisvas, tačiau netinkamai elgdamasis jis turėjo grįžti į kalėjimą.

Wij zijn weer terug naar huis gegaan – zij zijn daar gebleven .

Grįžome namo - jie ten liko.

Veronique komt volgende week terug van Australië .

Veronique kitą savaitę grįš iš Australijos.