weg

Reikšmė (anglų kalba)

Noun

1. (masculine) way, road
2. (masculine) manner, way (figuratively)

Adv

1. away
2. gone, disappeared
3. (slang) hammered

Sinonimai

baan

🛣️

straat

heen

middel

remedie

medium

verdwenen

voort

route

over

uit

verwijderd

vandoor

straatweg

pad

🛣️

snelweg

afwezig

autosnelweg

🛣️

bedorven

eenbaansweg

grote weg

heerbaan

hoofdweg

kwijt

middelen van bestaan

rijweg

spoor

uitvlucht

uitweg

victualiën

zoek

hoofdstraat

geneesmiddel

💊

landweg

artsenij

💊

autoweg

verkeersweg

autostrade

autostrada

voetpad

medicijn

💊

autobaan

🛣️

lichtgeraakt

absent

fietspad

laan

Tariama kaip (IPA)

/ʋɛx/

Etimologija (anglų kalba)

From Middle Dutch wech, from Old Dutch weh, weg, from Proto-West Germanic *weg, from Proto-Germanic *wegaz, from Proto-Indo-European *weǵʰ-.

Sakiniai

Er is geen andere weg , dit is de enige weg voorwaarts .

Nėra kito būdo, tai yra vienintelis kelias į priekį.

Wij moeten een nieuwe weg inslaan .

Turime eiti nauju keliu.

Het land heeft een stap voorwaarts gedaan op weg naar democratie .

Šalis žengė žingsnį į priekį pakeliui į demokratiją.

Het kleine kindje was verlegen en kroop weg achter de benen van haar moeder .

Mažas vaikas buvo drovus ir nusiaubtas už motinos kojų.

Nadat de laatste patiënt weg was waste de dokter grondig zijn handen .

Po to, kai paskutinį pacientą dingo, gydytojas kruopščiai nusiplovė rankas.

Blijf weg uit dat wespennest .

Laikykitės atokiau nuo to vapsvos lizdo.

Het noodzakelijke referendum is helaas nog heel ver weg .

Deja, būtinas referendumas vis dar yra labai toli.

Het is zeer belangrijk dat de consument probleemloos zijn weg kan vinden .

Labai svarbu, kad vartotojas galėtų rasti savo kelią be jokių problemų.