deel

Reikšmė

Noun

1. (neuter) part, piece
2. (neuter) volume (of a book or album)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of delen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of delen:
3. (form-of,imperative) inflection of delen:

Tariama kaip (IPA)

/deːl/

Etimologija

From Middle Dutch dêel, from Old Dutch dēl, deil, from Proto-Germanic *dailą.

Sakiniai

Internet bereikt echter een deel van de bevolking dat al geïnteresseerd is .

Tačiau internetas pasiekia dalį gyventojų, kurie jau domisi.

De betreffende paragrafen zijn gewijzigd en maken niet langer deel uit van mijn advies .

Atitinkami skyriai pasikeitė ir nebėra mano patarimo dalis.

Het preventieve deel is het deel dat ons nu bezighoudt en zorgen baart .

Prevencinė dalis yra ta dalis, kuri susiduria su mumis dabar ir rūpesčiais.