uur

Senso (Inglese)

1. (neuter) an hour, a period of time
2. (neuter) the hour, the time of day
3. (neuter) o'clock

Sinonimi

stonde

klok

moment

tijd

⌚

tijdperk

Pronunciato come (IPA)

/yr/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch ure, from Latin hōra (“hour”).

Frasi

Meestal duurt het ongeveer een uur .

Di solito ci vuole circa un'ora.

De voorstelling begint om acht uur .

Lo spettacolo inizia alle otto.

De kat heeft na drie uur eindelijk de muis gevangen .

Il gatto ha finalmente catturato il topo dopo tre ore.

Mijn concentratie is meestal erg laag rond vier uur .

La mia concentrazione è di solito molto bassa intorno alle quattro.

Ik vertrek stipt om twee uur .

Lascio puntualmente alle due.

Ik heb twee uur vastgezeten in de lift .

Sono rimasto bloccato nell'ascensore per due ore.

Je hebt in ieder geval minstens tienduizend uur aan gesproken tekst nodig .

Hai bisogno di almeno diecimila ore di testo parlato.

Beste collega's , op dit late uur is het volkomen normaal dat er begripsproblemen ontstaan .

Cari colleghi, a quest'ora in tarda ora è del tutto normale per la comprensione dei problemi.