slecht

Senso (Inglese)

Adj

1. bad
2. (dialectal,obsolete) ordinary, simple, common, mean

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of slechten:
2. (form-of,imperative) inflection of slechten:

Sinonimi

kwaad

😠

verkeerd

beroerd

👎

kwalijk

👎

fout

boosaardig

boos

kwaadaardig

euvel

onheilig

onprettig

erg

gemeen

goedkoop

immorele

onaangenaam

Pronunciato come (IPA)

/slɛxt/

Etimologia (Inglese)

From an earlier meaning of “simple, ordinary, inferior, plain”, from Middle Dutch slecht (“smooth, flat”), from Old Dutch *sleht, from Proto-Germanic *slihtaz.

Frasi

Het is blijkbaar nog niet zo slecht .

Apparentemente non è ancora così male.

Dit zijn gebieden waar het slecht mee gaat .

Queste sono aree che stanno facendo male.

De toestand van Syrië is zeer slecht .

La condizione della Siria è molto negativa.

Het laatste jaar is slecht geweest en wij zullen de streefcijfers dus nooit halen .

L'ultimo anno è stato male e non avremo mai le cifre target.

De microfoon genereerde een slecht geluid .

Il microfono ha generato un suono cattivo.

Lidstaten zijn niet uitsluitend goed of slecht .

Gli Stati membri non sono esclusivamente buoni o cattivi.