zullen

Signification

1. (auxiliary,present) used to form the future tense of a verb, together with an infinitive; will, going to
2. (auxiliary,past) used to form the conditional mood of a verb, together with an infinitive; would
3. (auxiliary,modal) used to indicate intent or disposition to perform an action in the future: will, shall, be going to, may, might

Coupé comme

zul‧len

Prononcé comme (IPA)

/ˈzʏ.lə(n)/

Étymologie

From Middle Dutch solen, suelen, sollen, sullen, from Old Dutch *sulan, from Proto-West Germanic *skulan, from Proto-Germanic *skulaną. Compare German sollen, English shall, Danish skulle.

Phrases

We zullen ons best doen om dit te bereiken .

Nous ferons de notre mieux pour y parvenir.

Zullen ze verder worden onderzocht ?

Vont-ils enquêter plus avant?

Op sommige punten zullen we meer toegeven dan op andere .

Nous admettons plus sur certains points que sur d'autres.

Deze nieuwe normen zullen dan volgende week van kracht worden .

Ces nouvelles normes prendront ensuite effet la semaine prochaine.

Zij zullen waakzaam moeten zijn .

Ils devront être vigilants.

Als ze weigeren hun verplichtingen na te komen , zullen we andere maatregelen overwegen .

S'ils refusent de remplir leurs obligations, nous considérerons d'autres mesures.

Openbare diensten zullen een aangelegenheid blijven voor de overheid .

Les services publics resteront une question pour le gouvernement.

We leggen ons vast op dit bedrag en zullen het zo spoedig mogelijk uitbetalen .

Nous nous enregistrerons sur ce montant et le verserons dès que possible.