schikken

Signification (Anglais)

1. (transitive) to arrange, to order
2. (transitive) to be convenient for (e.g. of an appointment time)
3. (reflexive) to accommodate, to adapt
4. (intransitive) to settle, resolve a legal dispute

Concepts

convenir

régler

ranger

ordonner

arranger

ménager

accomoder

Synonymes

regelen

betamen

opruimen

passen

inrichten

ruimen

gelegen komen

terechtbrengen

voegen

uitkomen

rangschikken

bijleggen

in orde brengen

passen bij

stemmen

toegeven

vereffenen

zijn best doen

de weg wijzen

reguleren

leiden

letterlijk

ordenen

overeenkomen

rangeren

bijdraaien

reglementeren

geleiden

rondleiden

Prononcé comme (IPA)

/ˈsxɪkə(n)/

Étymologie (Anglais)

From Middle Dutch schicken. Further etymology unclear, found only in continental West Germanic. Cognates are Middle Low German schicken, German schicken.