een

Signification

Article

Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het

Num

one

Noun

1. (feminine) one (digit or figure 1)
2. (feminine) one (use or instance of the number 1)

Prononcé comme (IPA)

/ən/

Étymologie

From Middle Dutch êen, from Old Dutch ēn, ein, from Proto-West Germanic *ain, from Proto-Germanic *ainaz, from Proto-Indo-European *h₁óynos.

Phrases

Maar we wachten dus nog op een voorstel .

Mais nous attendons toujours une proposition.

Ontbijt is meestal een stuk eerder dan dit dacht ze .

Le petit déjeuner est généralement beaucoup plus tôt que cela, elle pensait.

Zoals altijd is het dus een kwestie van evenwicht .

Comme toujours, c'est une question d'équilibre.

Ik ben het dus met u eens dat dit een belangrijke factor is .

Je suis donc d'accord avec vous que c'est un facteur important.

Is dat een complex getal ?

Est-ce un nombre complexe?

Wij hebben een richtlijn nodig .

Nous avons besoin d'une ligne directrice.

Het voedsel wordt geleverd met een koelwagen .

La nourriture est livrée avec un réfrigérateur.

Dat is een zeer verwerpelijke ontwikkeling waarin ik niet kan meegaan .

C'est un développement très répréhensible dans lequel je ne peux pas y aller.