ziet

Bedeutung (Englisch)

1. (form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of zien:
2. (archaic,form-of,imperative,plural) inflection of zien:

Ausgesprochen als (IPA)

/zit/

Sätze

U ziet dat er nog heel veel te doen is .

Sie können sehen, dass es noch viel zu tun gibt.

De werkelijkheid ziet er uiteraard heel anders uit .

Die Realität sieht natürlich ganz anders aus.

Je ziet meteen wie een toerist is .

Sie sehen sofort, wer ein Tourist ist.

Daaruit blijkt echter ook wel hoe hij zijn rol in deze situatie ziet .

Es zeigt jedoch auch, wie er seine Rolle in dieser Situation sieht.

Ten eerste ziet men grote gevaren voor bestaande inzamelsystemen.

Erstens werden für vorhandene Sammelsysteme große Gefahren beobachtet.

Een optimist ziet een halfvol glas terwijl een pessimist een halfleeg glas ziet .

Ein Optimist sieht ein halbes Vollglas, während ein Pessimist ein halb minderwertiges Glas sieht.