plan

Bedeutung (Englisch)

Noun

1. (neuter) a set of intended actions, through which one expects to achieve a goal: plan, plot, scheme
2. (neuter) a technical drawing
3. (neuter) a detailed map of a relatively small area, such as a building or settlement

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of plannen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of plannen:
3. (form-of,imperative) inflection of plannen:

Konzepte

Plan

Entwurf

Projekt

Absicht

Grundriß

Riß

Vorhaben

Abriß

Niveau

Programm

Zweck

Karte

Ziel

Anlage

Konzept

Lageplan

Themenplan

Agenda

Äußerung

Ausspruch

Bauplan

Datenbankschema

Kopie

Planung

Schema

Vorbereitungen

Zeichnung

Grundriss

Zeitablaufplan

Abbildung

Synonyme

ontwerp

bedoeling

opzet

project

plattegrond

concept

strekking

blauwdruk

voornemen

toeleg

zin

schema

intentie

programma

doel

doelstelling

wit

doelwit

honk

🏠

kaart

landkaart

projekt

agenda

📆

dagorde

figuur

hoogte

idee

💡

model

niveau

peil

vooruitzicht

woord

zeggen

🗣️

design

zakagenda

voorbereidingen

afbeelding

Ausgesprochen als (IPA)

/plɑn/

Etymologie (Englisch)

Borrowed from French plan, from Middle French plant.

Sätze

Ik verzoek u met klem van dat plan af te zien .

Ich bitte Sie, diesen Plan zu unterlassen.

Wij zijn absoluut niet van plan het belang van de nieuwe technologieën te geringschatten.

Wir werden die Bedeutung der neuen Technologien absolut nicht ignorieren.