opzetten

Bedeutung (Englisch)

1. to set up, to install
2. to put on
3. to stuff (an animal)

Konzepte

schwellen

ausstopfen

polstern

entfalten

strotzen

aufblasen

aufbauschen

blähen

installieren

hinauftreiben

Luft aufpumpen

aufblähen

aufpumpen

anschwellen

erzürnen

gestalten

herstellen

machen

reizen

schüren

sträuben

verstrubbeln

bauen

errichten

anfeuern

anregen

ärgern

aufbauen

aufregen

aufreizen

bilden

einrichten

erbittern

ermutigen

erregen

anfachen

erzeugen

Synonyme

uitdijen

rijzen

zwellen

opzwellen

rechtop zetten

ontvouwen

uitvouwen

uitspreiden

aandoen

aanknopen

aansluiten

aantrekken

beginnen

installeren

opvullen

vullen

werken op

opwinden

maken

prikkelen

produceren

kwaad maken

inrichten

stichten

teweegbrengen

bouwen

bereiden

aanwakkeren

verhitten

veroorzaken

vertoornen

voorbereiden

aanmaken

oprichten

op stang jagen

Mit Bindestrich als

op‧zet‧ten

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈɔpˌzɛ.tə(n)/

Etymologie (Englisch)

From Middle Dutch opsetten. Equivalent to op (“up, on”) + zetten (“to set”).