beleid

Bedeutung

1. (neuter,uncountable) policy
2. (neuter,uncountable) care, circumspection
3. (neuter,obsolete,uncountable) method, manner, approach

Mit Bindestrich als

be‧leid

Geschlecht

Kastrieren

Ausgesprochen als (IPA)

/bəˈlɛi̯t/

Etymologie

From Middle Dutch beleit. Equivalent to a deverbal from beleiden.

Sätze

Ik vind dat wij een verstandig beleid hebben gevoerd en nog steeds voeren .

Ich denke, wir haben eine vernünftige Politik verfolgt und immer noch verfolgt.

In het internationaal beleid speelt cultuur een grote rol .

Kultur spielt eine wichtige Rolle in der internationalen Politik.

We moeten het beleid niet aan de rampen aanpassen .

Wir sollten die Richtlinie nicht an die Katastrophen anpassen.

Zo'n beleid leidt nergens meer toe .

Eine solche Politik führt nicht mehr.

Er zijn mensen die denken dat het economisch beleid uitsluitend een nationale kwestie is .

Es gibt Menschen, die der Meinung sind, dass die Wirtschaftspolitik ausschließlich ein nationales Thema ist.

Wij hebben behoefte aan een beleid dat gericht is op de verwijdering van risico's .

Wir brauchen eine Politik, die auf die Entfernung von Risiken abzielt.

Dit is een van de succesverhalen van het communautair beleid .

Dies ist eine der Erfolgsgeschichten der Gemeinschaftspolitik.