scheppen

Significat

Verb

to create

Noun

plural of schep

Amb guionet com

schep‧pen

Pronunciat com a (IPA)

/ˈsxɛ.pə(n)/

Etimologia

From Middle Dutch scheppen, from Old Dutch *skeppen, from Proto-West Germanic *skappjan, from Proto-Germanic *skapjaną. Compare English shape. Doublet of schaffen.

Sents

Het personeel stond buiten een luchtje te scheppen .

The staff was outside scooping up some air.

Wat we nodig hebben is een reële vorm van het scheppen van geld .

What we need is a real form of creating money.

Een gezond openbaar debat zal hier evenwel gemakkelijk duidelijkheid over kunnen scheppen .

This is nothing, however, that a calm public debate could not put right.