zullen

Betekenis (Engels)

1. (auxiliary, present) used to form the future tense of a verb, together with an infinitive; will, going to
2. (auxiliary, past) used to form the conditional mood of a verb, together with an infinitive; would
3. (auxiliary, modal) used to indicate intent or disposition to perform an action in the future: will, shall, be going to, may, might

Sinonieme

behoren

dienen

horen

moeten

gaan

Vertalings

shall

sollen

will

müssen

werden

devoir

must

should

être obligé

turn

سَوْفَ

ought to

have to

go

esdevenir

Uitgespreek as (IPA)

/ˈzʏ.lə(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: sullen

Geërf van Old Dutch: *sulan

Verwante met Duits: sollen

Verwante met Engels: shall

Verwante met Deens: skulle

In summary

From Middle Dutch solen, suelen, sollen, sullen, from Old Dutch sulan, from Proto-West Germanic *skulan, from Proto-Germanic *skulaną. Compare German sollen, English shall, Danish skulle.

Sinne

Wij zullen wel een oplossing vinden , maar zoals gezegd is dit niet zo gemakkelijk .

We will probably make some progress, but as I have mentioned, it is not that easy.

Zullen we vanavond voetballen ?

Shall we play football tonight?

Als ze weigeren hun verplichtingen na te komen , zullen we andere maatregelen overwegen .

If they refuse to honour their commitments, then we will consider other measures that can be taken.

We leggen ons vast op dit bedrag en zullen het zo spoedig mogelijk uitbetalen .

We are also going to commit this sum and to disburse this as soon as possible.

Het laatste jaar is slecht geweest en wij zullen de streefcijfers dus nooit halen .

Last year was disappointing, and we will therefore never be able to meet the target.

Om al deze redenen zullen wij tegen de ontwerpverordening stemmen .

That is why we shall vote against this regulation.