verminderen

Betekenis (Engels)

1. (intransitive) to diminish, to decrease
2. (transitive) to lower, to decrease, to reduce, to decrement

Sinonieme

verlagen

reduceren

afnemen

inkorten

verzwakken

verkleinen

beperken

kleiner worden

aftrekken

zich beperken

afslaan

excerperen

minderen

afkorten

afdraaien

resumeren

bekorten

verslappen

verzachten

samenvatten

overslaan

ruïneren

snijden

strijken

te gronde richten

ten val brengen

teruglopen

trekken

uitputten

vellen

verderven

vereenvoudigen

verlichten

vernederen

verootmoedigen

weglaten

zetten

inkoken

afbreken

afknagen

afgeven op

afkammen

aflaten

aftakelen

bedaren

een streep trekken

herleiden

in discrediet brengen

inkrimpen

kleineren

Vertalings

diminuir

diminuer

diminish

diminuire

azaltmak

reduce

disminuir

mermar

shrink

menguar

nachlassen

abaisser

minguar

abnehmen

decrease

Uitgespreek as (IPA)

/ˌvɛrˈmɪn.də.rə(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: verminderen

In summary

From Middle Dutch verminderen. Equivalent to minder + ver- -en.