strijken

Betekenis (Engels)

  1. (intransitive) to stroke
  2. (intransitive, transitive) to iron, press (clothes)
  3. (intransitive) to play a string instrument
  4. (transitive) to lower (sail)

Sinonieme

neerlaten

laten zakken

vellen
C2
dalen
C1
zakken
B1
neerhalen
C1
zinken
C1

verzakken

wegzakken

herleiden
24k

in discrediet brengen

inkorten
31k
inkrimpen
37k
kleineren
21k

kleinmaken

aaien
C2
reduceren
34k
ruïneren
C1
strelen
C2
te gronde richten

ten val brengen

trekken
A2
verderven
vereenvoudigen
41k
verlagen
C2
verminderen
C1
vernederen
C1

verootmoedigen

wrijven
C1
zetten
A1
persen
C1

aanstrijken

afbreken
C1

afdraaien

afgeven op

afkammen

aflaten

een streep trekken

gladstrijken

Vertalings

streichen
planchar
lower
bügeln
iron
repasser
stirare
abaisser
baisser
Bügeln
plätten
senken
ironing
bow
🙇
planxar
Frekwensie

C1
Uitgespreek as (IPA)
/ˈstrɛi̯kə(n)/
Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch
striken
Geërf van Old Dutch
*strīcan
In summary

From Middle Dutch striken, from Old Dutch *strīcan, from Proto-West Germanic *strīkan, from Proto-Germanic *strīkaną, from Proto-Indo-European *streyg-.

Verbeter jou uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes
Nederlands