vangen

Betekenis (Engels)

Verb

to catch

Noun

plural of vang

vang

• Noun
• Verb

Lees meer

Sinonieme

pakken

beetkrijgen

vastpakken

vatten

beetnemen

grijpen

bemachtigen

aangrijpen

teisteren

halen

vastgrijpen

opvangen

inslaan

scheppen

strikken

treffen

vastbinden

verbeurd verklaren

vernemen

waarnemen

opsporen

verweven

arresteren

bemerken

betrappen

confisqueren

gewaar worden

in beslag nemen

knopen

konfiskeren

merken

opscheppen

opsluiten

raken

Vertalings

catch

fangen

attraper

🪤

saisir

erwischen

capturer

ergreifen

capturar

capture

capturar

prendere

seize

fassen

trap

🪤

Uitgespreek as (IPA)

/ˈvɑŋə(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: vangen

Geërf van Old Dutch: fangan

Geërf van Middle Dutch: vâen

Geërf van Old Dutch: fān

In summary

From Middle Dutch vangen, from Old Dutch fangan. Back-formed from the past-tense forms of Middle Dutch vâen, from Old Dutch fān, from Proto-West Germanic *fą̄han, from Proto-Germanic *fanhaną.

Sinne

Een duidelijke beslissingsstructuur maakt het mogelijk schepen in nood op te vangen .

A clear chain of decision-making will make it possible to provide refuge for ships in distress.

Hernieuwbare energie moet ook worden gebruikt om de schaarste aan brandstoffen op te vangen .

Renewable energy should also be a means of relieving fuel poverty.