stukgaan

Betekenis (Engels)

1. (intransitive, literally) to break down, go out of order, become broken
2. (figuratively, informal, intransitive) to be overcome with laughter, split one's sides

Sinonieme

kapotgaan

ladderen

falen

kapot gaan

onklaar raken

breken

splijten

verongelukken

neerstorten

stukscheuren

scheuren

een ongeluk krijgen

Vertalings

brechen

break

s’abîmer

bozulmak

kaputtgehen

verderben

se casser

partir

quebrar

descomponerse

tomber en panne

breakdown

rompersi

deteriorar

fallar

Uitgespreek as (IPA)

/ˈstʏk.xaːn/

Etimologie (Engels)

From stuk + gaan.