jaar

Betekenis (Engels)

1. (neuter) year (the time it takes the Earth to circle the Sun; its equivalent on other planets)
2. (neuter) year (the individuals associated with a year, notably the students in or graduates from an annual class at school)

Sinonieme

hazeslaapje

klas

slaap

😴

ster

⭐

Zevengesternte

kalenderjaar

academisch jaar

Vertalings

year

anno

Jahr

ano

año

année

an

annus

any

χρόνος

yıl

έτος

sene

sal

Uitgespreek as (IPA)

/jaːr/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: jâer

Geërf van Old Dutch: jār

In summary

From Middle Dutch jâer, from Old Dutch jār, from Proto-Germanic *jērą, from Proto-Indo-European *yeh₁-.

Sinne

Kun je verklaren hoe je inkomen ineens zo steeg vorig jaar ?

Can you explain how your income suddenly increased last year?

De machtige heerser leidde al tien jaar het land .

The powerful ruler has led the country for ten years.

De hoeveelheid ijs op de Noordpool daalt jaar na jaar .

The amount of ice in the Arctic is decreasing year after year.

Wie heeft de Nobelprijs voor Natuurkunde gewonnen dit jaar ?

Who won the Nobel Prize in Physics this year?

Het laatste jaar is slecht geweest en wij zullen de streefcijfers dus nooit halen .

Last year was disappointing, and we will therefore never be able to meet the target.

Het aantal mensen met obesitas neemt jaar na jaar toe .

The number of people with obesity is increasing year by year.