gingen

Betekenis

(form-of,indicative,past,plural) inflection of gaan:
(dated,form-of,formal,past,plural,subjunctive) inflection of gaan:

Frekwensie

Uitgespreek as (IPA)

/ˈɣɪŋə(n)/

Nuut

gaan

(intransitive) to go, to move from one place to another
(intransitive) to leave or depart, to move away
(intransitive) to lead (in a direction)
(intransitive) to proceed (well or poorly)
(auxiliary) Forms the future tense of a verb, similarly to English going to future tense
(auxiliary) to start to, begin to, to be going to

Boekmerk hierdie

Verbeter jou uitspraak

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin leer Nederlands met learnfeliz .

Oefen praat en memoriseer " gingen " en baie ander woorde en sinne in Nederlands .

Gaan na ons Nederlands kursusbladsy

Notes

Sign in to write sticky notes

Sinne

De vakantie was voorbij , de kinderen gingen weer
🔁

naar school
🏫

.

The holiday was over, the children went back to school.

De lichtjes gingen automatisch aan
🔛

toen het donker werd .

The lights turned on automatically when it got dark.

Katja schreeuwde dat ze gingen verliezen .

Katja screamed that they were going to lose.

Jan en Mieke gingen samen bergen beklimmen in de buurt van Lyon.

Jan and Mieke went climbing mountains together near Lyon.

Questions