sê...
Toch Bywoord wil Werkwoord ik Voornaamwoord erop Bywoord wijzen Werkwoord dat Ondergeskikte voegwoord hier Bywoord dringend ‼️ Byvoeglike naamwoord moet Hulp worden Hulp gehandeld Werkwoord .
Bywoord
Werkwoord
Voornaamwoord
Bywoord
Werkwoord
Ondergeskikte voegwoord
Bywoord
‼️
Byvoeglike naamwoord
Hulp
Hulp
Werkwoord
Nevertheless, I should like to point out that action urgently needs to be taken here. Nevertheless, I should like to point out that action urgently needs to be taken here.
Woorde en sinne
Nuut
ik
I (first-person singular personal pronoun)
Nuut
erop
- pronominal adverb form of op + het
- following, next
Nuut
dat
-
that (neuter); referring to a thing or a person further away.
Nuut
hier
- here
- this
‼️
Nuut
dringend
-
urgent
Nuut
moet
- inflection of moeten:
- inflection of moeten:
Nuut
worden
- to become, to get, to grow, to turn
- Used to form the imperfect tense of the passive voice, together with a past participle.
Nuut
gehandeld
past participle of handelen
Nederlands 